De maan staat hoog en vol
de sterren schijnen
De vrouw danst naakt in’t zilveren licht
De wolven huilen
De uilen zingen
Ontembaar wonderschoon gezicht
De voeten kussen zacht de aarde
De wind speelt blij met ’t lange haar
Dauw glinstert vrolijk aan haar tenen
Gras geurt fijn, de lente is daar.
De vrouw is vrij en ongebonden
Haar liefde spreidt haar vleugels uit
Geheel de aarde wordt omgeven
Wanneer die vrouw haar hart ontsluit.
Gevangen zal haar licht verkillen
Haar lach een schim om droeve mond
De levenslust sterk ingebonden
Een bloem ontworteld uit de grond
Vrij echter zal zij weer stralen
Daar waar zij ketenen verwerpt.
Haar dans verrijkt de warme aarde
Het vuur in haar weer opgewekt.
Woest gaat zij dan weer verder
Eén met de schepping om haar heen
Een bloem, een lam, een teed’re vriendschap
Vervult is zij nooit meer alleen!
Paula van Ginkel
08-03-2015