Pijn en Paradijs

We zitten stil en we kijken naar elkaar. De pijn in mijn hart en ik.
Eigenlijk had ik je al die tijd genegeerd: ik had geen tijd voor je, je leek me ook niet zo handig, ik kon je niet goed gebruiken. Dat spijt me, het deed je geen goed.

We zitten en we kijken elkaar aan.
Wat ben je bikkelhard en zwart geworden. De pijn moet hevig zijn.
Je zit in mijn hart als een groot zwart ei, wat ben je eigenlijk zwaar.
Wat heb je geleden.

Ik leef met je mee en zacht streel ik de schil. Rust en warmte komt op en omhult de bikkelharde schaal.
Ik gun je troost en warmte. Ik zie je nu, je mag er zijn. Kom maar hier met al je pijn.
Een rozengeur omhult je.
Een groot zwart ei, gehuld in warmte.
Een groot zwaar ei omringt door zachte roze nevel.

We zitten en kijken elkaar aan.
Er is ruimte voor je pijn
We zitten en kijken elkaar aan
Een traan ontsnapt aan een barstje in je zij

We hebben de tijd,
Ik ga nergens heen
We hebben de tijd
Er is warmte om je heen

Het ei wordt zachter
Net wat minder zwaar
Er komen barsten in
Dan valt het uit elkaar

En ik, ik ben verrast
Wat ik zie verwachtte ik niet
Ik zie geen leegte
Evenmin een zware loden last

Een bloem komt op.
Uit de voeding van het ei
Prachtig, roze, teder
bloeit ze op en maakt me blij

Ze begint heel jong en kwetsbaar
Bloeit op, vult mij totaal
Dan breidt ze uit
vervuldigt honderdmaal

Een bloementuin groeit uit mijn hart
Een bloementuin breidt verder uit
Tot het meer dan bloemen zijn
Een park met bomen, een vogel fluit

Uit de pijn een paradijs
Bloemen, vijvers, zwanen, bomen
Een rustplaats voor een pijnlijk hart
Een haven om in thuis te komen

Paula van Ginkel
08-02-2017

0208-pijnparadijs

4 gedachtes over “Pijn en Paradijs

Plaats een reactie